Diagnose

Om een diagnose ADHD te kunnen stellen, of uit te sluiten, is uitgebreide informatie nodig over de ontwikkeling en het huidige functioneren van het kind. Na aanmelding bij ADHD wijkpraktijk wordt een uitgebreide vragenlijst over de ontwikkeling van het kind naar ouders gestuurd (semi gestructureerd interview).
Daarnaast worden vragenlijsten (AVL ADHD) naar ouders, leerkracht en kind (indien ouder dan 12 jaar) gestuurd. Met deze vragenlijsten wordt de hoeveelheid en mate van ADHD symptomen in kaart gebracht vanuit de verschillende perspectieven.
Vervolgens wordt een afspraak voor een gesprek van 75 minuten ingepland. Bij voorkeur met beide ouders en kind/jongere.

Tijdens het gesprek wordt dieper ingegaan op de hinder die ervaren wordt van de ADHD symptomen en in welke mate deze van invloed zijn op het functioneren van het kind/jongere in het gezin, op school, werk en andere activiteiten. Hoe wordt omgegaan met het gedrag? Zijn er al interventies geweest en wat hebben deze opgeleverd?

Omdat symptomen van ADHD ook voort kunnen komen uit andere problematiek, zoals bijvoorbeeld ingrijpende levensgebeurtenissen als verlies of trauma, zal ook hier aandacht aan besteed worden.

Naast ADHD kan er ook sprake zijn van bijkomende problematiek, dit heet co morbiditeit. Veel voorkomend zijn dyslexie, dyscalculie, autisme, gedragsstoornissen als ODD en OCD, angststoornis, ticstoornis. Hier zal tijdens in het gesprek en door observatie naar gezocht worden.

Zoals eerder vermeld hebben kinderen met ADHD veel positieve eigenschappen waarmee de hinder van ADHD symptomen gecompenseerd kan worden. In het gesprek hoor ik graag wat deze eigenschappen zijn en hoe deze ingezet worden in het dagelijkse leven. Waar ligt de kracht van de ouders en wat hebben jullie nodig om je kind onbezorgd mee te laten doen bij sport, spel, school en in het gezin.

Samengevat worden tijdens het eerste gesprek alle factoren die van invloed zijn op het gedrag en functioneren van het kind verzameld. Aan het einde van het gesprek zal meestal duidelijk zijn of er sprake is van ADHD.
Soms is meer onderzoek nodig om een diagnose te kunnen stellen, bijvoorbeeld omdat er vermoeden is op een andere oorzaak van de problemen of omdat er eventueel sprake is van co morbiditeit. In deze situaties zal ADHD wijkpraktijk adviserend zijn over de vervolgstappen en terug verwijzen naar de huisarts.

Indien er sprake is van ADHD wordt in een vervolgafspraak psycho-educatie gegeven (uitleg over ADHD en de behandelmogelijkheden) en een behandelplan opgesteld.